Gebouwen ENCI-fabriek krijgen monumentenstatus
De Eerste Nederlandse Cement Industrie of ENCI was de belangrijkste Nederlandse producent van cement. De ENCI werd in 1926 opgericht. In Maastricht werd de 1e oven in 1928 aangestoken. In 2020 sloot de ENCI in Maastricht. 23 bouwwerken op het ENCI-terrein worden nu aangewezen als monument. Op deze pagina vindt u een beschrijving van elk bouwwerk dat we gaan aanwijzen als monument. U leest ook hoe ENCI van mergel cement maakte en wat het verschil is tussen rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. U kunt ons laten weten wat u ervan vindt dat bepaalde (delen van) gebouwen of installaties de gemeentelijke momumentenstatus krijgen; u kunt uw zienswijze met ons delen. Voor de rijksmonumenten kunt u uw zienswijze met het Rijk delen.
Monumentenstatus beschermt
De bouwwerken krijgen deze status omdat we ervoor willen zorgen dat dit stuk industriële geschiedenis bewaard blijft voor de toekomst. Met zo’n status worden de bouwwerken extra beschermd. Ze mogen niet zomaar verbouwd, beschadigd of gesloopt worden.
Verschil rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten
Van de 23 bouwwerken krijgen er 5 de status van rijksmonument. De andere 18 bouwwerken worden aangewezen als gemeentelijk monument. Bouwdelen die aangewezen zijn als rijksmonument zijn (inter)nationaal belangrijk. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) kent deze status toe. Bouwwerken met een gemeentelijke monumentenstatus zijn lokaal of regionaal belangrijk.
Van mergel tot cement
Hoe maakte ENCI cement? De belangrijkste grondstof voor de productie van cement is kalksteen. In Maastricht werd mergel als kalksteen gebruikt. Die mergel kwam uit de groeve van de Sint-Pietersberg. Eerst werden de grote brokken mergel verkleind. Die kleinere brokken mergel werden gezeefd en gedroogd in een mergeldroger. Daarna werd het mergel fijngemaakt tot een poeder in een meelmolen. Het poeder werd daarna opgewarmd tot zo’n 1.450 graden Celsius. Dat zorgde voor chemische reacties. Het fijne poeder veranderde zo in klinker. Dat is een halfproduct dat bestaat uit kleine donkergrijze bolletjes. Die werden samen met andere grondstoffen in grote kogelmolens fijngemalen tot poeder. Dat poeder is het cement zoals wij het kennen.
Nieuwe rijksmonumenten
Er worden 5 bouwwerken aangewezen als rijksmonument. Op de 1e foto onder de beschrijving ziet u het gebouw. Op de 2e foto ziet u met kleur aangegeven waar het gebouw op het ENCI-terrein ligt.
-
In dit gebouw werd de cement verpakt. Schepen en vrachtauto’s zorgden daarna voor het vervoer van het cement. Later werden de producten ook via de transportband op schepen geladen. Het gebouw is in 2005 verbouwd. Architect Jo Coenen maakte daarvoor de tekening. In het gebouw zit nu een theater: AINSI. Ook zijn er nu kantoren en ateliers in het gebouw.
Gebouwd in: 1927 en 1928
Architect: Frits Peutz en Herman de Ronde
Bijzonderheden:
- Dit gebouw vormt samen met het oude cementmolengebouw het laatste stuk dat over is gebleven van het oorspronkelijke ENCI-fabriekscomplex dat eind jaren ’20 werd gebouwd
- Achter het verpakkingsgebouw staan de cementsilo’s
- Het verpakkingsgebouw is met een transportband en transporteur verbonden met de kade.
-
In dit gebouw werd het halfproduct klinker (dat zijn kleine donkergrijze bolletjes waarmee cement wordt gemaakt) fijngemalen om er zo cement van te maken. Vanaf dit punt werd het cement naar de silo’s gebracht. Daarna werd het verpakt. Het gebouw wordt nu gebruikt om spullen in te bewaren.
Gebouwd in: 1927 en 1928
Architect: Frits Peutz en Herman de Ronde
Bijzonderheden:
- Dit gebouw vormt samen met het oude verpakkingsgebouw het laatste stuk dat over is gebleven van het oorspronkelijke ENCI-fabriekscomplex dat eind jaren ’20 werd gebouwd.
- Ooit stonden in dit gebouw 10 cementmolens. Die staan er niet meer.
-
Door de uitbreidingen van de fabriek en de groeve na de oorlog nam het aantal bureaumedewerkers toe van 30 in de beginjaren tot zo’n 200 in de jaren ‘60. In het oorspronkelijke kantoor aan de noordzijde van het fabrieksterrein was niet meer genoeg plek voor al die kantoormedewerkers, laboranten en directieleden. Daarom werden op het terrein tussen de oude en nieuwe fabriek een nieuw modern kantoorgebouw en een laboratorium gebouwd.
Gebouwd in: 1964
Architect: Piet Dingemans
Bijzonderheden:
- In de bouw van het hoofdkantoor en het laboratorium, voor de bekleding van de gevel en in de elementen die als versiering worden gebruikt, is het product cement op veel verschillende manieren gebruikt. Zo liet ENCI zien waarvoor cement allemaal gebruikt kon worden.
- In deze gebouwen is veel kunst te vinden. Ook buiten staat een kunstwerk. Dit kunstwerk laat de tekens van de dierenriem zien en het proces van de cementproductie. Binnen maakten kunstenaars wandmozaïeken, fotowanden en sierpleisterwerk.
- Van deze gebouwen is best veel bewaard gebleven.
-
In de grondstoffenhal werden de verschillende grondstoffen opgeslagen die nodig waren voor de cementproductie. Het 1e deel werd begin jaren ’50 gebouwd. De hal was toen iets meer dan 140 meter lang. In verschillende fases is de grondstoffenhal uitgebreid. Uiteindelijk was de hal 360 meter lang.
Gebouwd in: bouw in fases 1950, 1954 en 1963
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- De grondstoffenhal had eerst meer weg van een grote overkapping. Pas later werd het gebouw dichtgemaakt en werd het meer de gesloten loods die het nu is. Dat kwam omdat er toen nog een kanaal tussen Luik en Maastricht lag. Dat kanaal liep parallel aan de Maas en stroomde vlak langs de grondstoffenhal. Tussen de hal en het kanaal lag slechts een smalle autoweg. Zo konden de binnenvaartschepen met een verrijdbare portaalkraan worden gelost. Die kraan was over de weg gebouwd en steunde aan de ene kant op een wand van de grondstoffenhal en aan de andere kant op de kade van het kanaal.
- De hal kreeg 3 keer een make-over:
- De 1e keer werd de hal aan de kant van de Maas met staalplaten dichtgezet om stofoverlast te voorkomen.
- Toen het kanaal Luik-Maastricht werd gedempt, werden schepen niet langer gelost en geladen met de portaalkraan. Dat gebeurde vanaf dat moment op een andere manier: met transportbanden over de weg en met transporteurs op de kade.
- En de 3e keer kreeg de grondstoffenhal een poort zodat ook de zuidelijke hoek van het fabrieksterrein goed bereikbaar werd voor auto- en vrachtverkeer. Daarvoor werd het kogelmolengebouw gesloopt.
-
Met Oven 8 wordt de hele productielijn bedoeld die nodig was om van ruwe mergel cementklinker te maken. Cementklinker is een halfproduct dat bestaat uit kleine donkergrijze bolletjes waarmee cement wordt gemaakt. Oven 8 bestaat uit onder andere een mergelbreker, kelders, boven- en ondergrondse transportbanden, een mengbed, silo’s, schoorsteen, een filtergebouw, ovenbuis en klinkerhal. In de langzaam draaiende ovenbuis werd onder zeer hoge temperatuur de mergel uit de Sint-Pietersberg omgezet in brokken cementklinker.
Gebouwd in: 1968
Architect: ENCI-ingenieurs (en beperkte rol Piet Dingemans)
Bijzonderheden:
- De buisoven zelf is 180 meter lang. Het zou de grootste draaiende buisoven van West-Europa zijn. In Nederland is het de enige overgebleven buisoven
- Op 29 maart 2020 is Oven 8 definitief uitgezet. Toen eindigde ook de klinker- en cementproductie in Maastricht.
Uw mening telt
U kunt laten weten wat u vindt van de aanwijzing van deze rijksmonumenten. In de officiële bekendmaking in de Staatscourant leest u hoe u dat doet.
Gemeentelijke monumenten
We wijzen 18 bouwwerken aan als gemeentelijke monument. Op de 1e foto onder de beschrijving ziet u het gebouw. Op de 2e foto ziet u met kleur of een sterretje aangegeven waar het bouwwerk op het ENCI-terrein ligt.
-
In een grote fabriekshal in het midden van het ENCI-terrein stonden de 3 ovens om het fijne mergelpoeder te verbranden. Uit de ovens kwam het halfproduct klinker. Dat zijn kleine donkergrijze bolletjes waarmee cement wordt gemaakt.
Tijdens de opening in 1950 stond alleen in het middelste deel van de hal een oven: Oven 5. In 1954 werd de fabriekshal uitgebreid. Er kwam een extra oven bij. Dat was oven 6. In 1961 volgde oven 7.
Gebouwd in: de periode tussen 1950 en 1961
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- De 1e oven (oven 5) stond er eerder dan de fabriekshal. Die is om de oven heen gebouwd.
- De ovens zelf staan er niet meer.
- Er stonden eerst ook 2 hoge schoorstenen. Die zijn gesloopt.
- De dakplaten zijn van beton.
- Er zijn veel (stalen) ramen. Die zorgden voor veel daglicht. Daardoor was er weinig extra kunstlicht nodig.
-
Hoogovencement is net iets anders qua samenstelling dan gewoon cement. Er zit hoogovenslak als belangrijkste grondstof in. Dat is een restproduct van de staalindustrie. Door die hoogovenslak kan dit cement beter tegen zeewater, afvalwater of mest. De hoogovencementfabriek ligt tussen de grondstoffenhal en het hoofdkantoor in. In de molens in deze fabriek werd de hoogovenslak samen met cementklinkers en een beetje gips vermalen tot hoogovencement.
Gebouwd in: 1960
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- Staalfabrieken waren blij met dit nieuwe cement: zo raakten zij van hun hoogovenslak af. Dat was namelijk best lastig.
- ENCI was blij met de hoogovenslak: het spaarde mergel.
- Alle cementmolens zijn in 2022 uit de fabriek gehaald. De funderingsblokken staan er wel nog.
- Hoogovenslak werd nadat ie gedroogd was, opgeslagen in slagsilo’s. Dat zijn grote opslagplaatsen. De silotrechters staan er nog. Silotrechters zitten onderaan de silo.
-
Deze loods was een werkplaats voor timmermannen, glazeniers en schilders. Deze loods is vooral van beton gemaakt. De loods ligt ook op afstand van de centrale werkplaats. Dat komt omdat er kans op brand was.
Gebouwd in: 1954
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
De kans in deze werkplaats op brand was groter dan die in de centrale werkplaats. Daarom:
- is deze loods vooral van beton gemaakt
- ligt deze loods ook op afstand van de centrale werkplaats.
-
De ENCI-fabriek had veel elektriciteit nodig. Dat kwam door de grote hoeveelheid elektrisch aangedreven machines en motoren. In het verdeelstation kwam de stroom met hoge spanning binnen. Daarna werd de stroom daar omgezet naar stroom met lagere spanning.
Gebouwd in: 1950
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- Het gebouw heeft een kelder die 2 meter diep is. Daar lopen zware elektriciteitskabels over de vloer naar de verschillende verdeelstations op de begane grond.
- Elektriciteit en water gaan niet goed samen. ENCI was vooral bang voor condens in de kelder. Daarom was er veel aandacht voor het waterdicht maken van de kelder. Daarvoor maakten ze gebruik van warmte-isolerende betonblokken die ENCI zelf maakten. In die blokken zaten luchtbelletjes die de warmte konden vasthouden. Best bijzonder in een tijd waarin er bijna nog geen aandacht was voor isolatie.
-
Bij het maken van cement speelt water een belangrijke rol. Dat heeft 2 redenen:
- De grondstoffen kunnen beter aan elkaar binden en kunnen makkelijker gemengd worden.
- Cementpap kan makkelijker door de productielijnen gepompt worden. Cementpap is een mix van gemalen mergel, water en een paar andere grondstoffen. Van cementpap wordt klinker gemaakt. Cementklinker is een halfproduct dat bestaat uit kleine donkergrijze bolletjes waarmee cement wordt gemaakt.
Het was dus belangrijk dat er altijd water was en dat de kwaliteit van het water goed was. Daarom werd in het waterpomp- en filterstation ook water opgeslagen.
Gebouwd in: 1955
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- Onder het waterpomp- en filterstation en deels onder het maaiveld ligt een betonnen waterkelder.
-
ENCI was vrij zelfvoorzienend. Dat betekent dat ze bepaalde onderdelen van machines die snel sleten, zelf maakten of repareerden. Dat gebeurde in de centrale werkplaats.
Gebouwd in: 1957
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- De grote draaibanken en kolomboormachines die de arbeiders vroeger gebruikten, staan er nog.
- Het dak bestaat uit 9 gebogen daken. Daartussen liggen grote betonnen opvallende watergoten die uitsteken.
-
In dit gebouw werd cementpap gemaakt in de ruw- en fijnpapmolens die er stonden. Gemalen mergel, water en andere grondstoffen werden hier gemengd tot een cementpap.
Gebouwd in: 1957
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- Dit gebouw hoort bij het rijksmonument ‘oven 8-complex’.
- De machines waarmee pap werd gemaakt, zijn er niet meer.
-
De slakdrogerij en de opslag van hoogovenslak maken onderdeel uit van de hoogovencementfabriek. Deze drogerij en opslag liggen tussen de grondstoffenhal en het hoofdkantoor in. Hoogovencement is net iets anders qua samenstelling dan gewoon cement. Er zit hoogovenslak in. Dat is een restproduct van de staalindustrie. Door die hoogovenslak kan dit cement beter tegen zeewater, afvalwater of mest. De hoogovenslak kwam van staalbedrijven uit de regio Luik. Het werd in grote bakken buiten opgeslagen bij de slakdrogerij. In de slakdrogerij werd de hoogovenslak in grote droogtrommels gedroogd.
Gebouwd in: 1960
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- Hoogovenslak is een grondstof die eruitziet als grof donkergrijs zand.
- De droogtrommel waarin de slak werd gedroogd, staat er nog.
- Staalfabrieken waren blij met dit nieuwe cement: zo raakten zij van hun hoogovenslak af. Dat was namelijk best lastig.
- ENCI was blij met de hoogovenslak: het spaarde mergel.
-
De hoogovencementfabriek met de silo’s, pakkerij en laadinstallatie van hoogovencement ligt tussen de grondstoffenhal en het hoofdkantoor in. Hoogovencement is net iets anders qua samenstelling dan gewoon cement. Er zit hoogovenslak in. Dat is een restproduct van de staalindustrie. Door die hoogovenslak kan dit cement beter tegen zeewater, afvalwater of mest.
Het hoogovencement werd als het klaar was, opgeslagen in grote opslagplaatsen die de vorm hebben van een cilinder. Dat zijn de silo’s. In totaal staan er 16. In het gebouw naast de silo’s, de pakkerij, werd het cement in zakken verpakt. Met een speciale installatie werden die zakken op schepen gezet
Gebouwd in: 1960
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Bergh
Bijzonderheden:
- Hoogovenslak is een grondstof die eruitziet als grof donkergrijs zand.
- Staalfabrieken waren blij met dit nieuwe cement: zo raakten zij van hun hoogovenslak af. Dat was namelijk best lastig.
- ENCI was blij met de hoogovenslak: het spaarde mergel.
- De silo’s zijn 33 meter hoog en hebben een diameter van 8 meter.
-
Dit gebouw had een ondersteunende functie in het proces cement maken net zoals het schakelstation en de werkplaatsen dat hadden.
Gebouwd in: 1926
Architect: Frits Peutz
Bijzonderheden:
- Dit gebouw hoort bij de 1e fabrieksgebouwen van ENCI.
- Het gebouw heeft nog steeds het originele muurwerk, de originele stalen ramen en de originele betonnen dakplaten.
-
In de directeurswoning woonden verschillende directeuren van de ENCI-fabriek.
Gebouwd in: 1937
Architect: Alphons Boosten
Bijzonderheden:
- De 1e directeur van ENCI kwam uit Zwitserland. Daarom lijkt de directeurswoning op een chalet.
- De stalen loopbrug verbindt de zuidkant van het huis met het verpakkingsgebouw. De directeur hoefde hierdoor niet een hele omweg te maken en was zo snel op de fabriek. De loopbrug is apart beschermd. De brug maakt onderdeel uit van het oude verpakkingsgebouw (nu AINSI). Dat gebouw krijgt de status van rijksmonument.
-
Het garagegebouw was eerst een ijzermagazijn waar metaalbewerking plaatsvond. In 1958 verhuisde het gebouw naar de plek die het nu heeft. In 1967 werd het verbouwd tot garagegebouw.
Gebouwd in: 1950
Architect: niet van toepassing
Bijzonderheden:
- Het gebouw werd in 1958 ongeveer 10 meter naar het westen verplaatst om plaats te maken voor de centrale werkplaats (zie gemeentelijk monument nummer 11).
-
In dit gebouw zaten de kantoren van onder andere de chef en ploegleiders, waren spreekkamers en lag de werkplaats voor elektriciens.
Gebouwd in: 1954
Architect: Dingemans, Wouda en Van den Berg
Bijzonderheden:
- Dit gebouw was oorspronkelijk veel langer. Er hoorden ook een badhuis en kantine bij. Dat gedeelte is afgebrand.
- Dit gebouw heeft een houten constructie. Aan de buitenkant van het gebouw is veel hout en glas gebruikt.
-
In het munitiedepot bewaarde ENCI springstoffen en munitie. De munitie zoals springstof gebruikten ze om mergel te kunnen weghalen uit de groeve.
Bijzonderheden:
- Al voordat ENCI er was, was er mergel uit de groeve gehaald. Daardoor waren er ook al gangen en ruimtes in de groeve. In 1 van die oude ruimtes maakte ENCI het munitiedepot.
-
Ook het archief lag in de groeve zelf.
Bijzonderheden:
- Al voordat ENCI er was, was er mergel uit de groeve gehaald. In een aantal van die gangen stortten ze beton. De ruimtes die zo ontstonden werden ingericht als archiefruimte.
-
De betonnen u-vormige palen of masten werden in de jaren ’50 door de ENCI zelf gemaakt. Aan die masten werden leidingen voor poederkool, ovenstof, cement en perslucht vastgemaakt.
-
Egbertje Kiewiet maakte het kunstwerk Architecture Organique. ENCI kocht dit kunstwerk in 2001. Toen vond de opening van de nieuwe portiersloge achter de grondstoffenhal plaats. Een portiersloge is een ruimte waar de bewakers of portiers zaten. Dit kunstwerk staat buiten bij de portiersloge.
Gemaakt in: 2001
Kunstenaar: Egbertje Kiewiet
-
Jef Courtens maakte het kunstwerk Na gedane arbeid. In 1974 kreeg directeur-generaal Gadiot dit cadeau bij zijn afscheid van de ENCI.
Gemaakt in: 1974
Kunstenaar: Jef Courtens
Uw mening telt
U kunt ons laten weten wat u vindt van de aanwijzing van deze gemeentelijke monumenten. Dat doet u door een zienswijze in te dienen. In de officiële bekendmaking in het Gemeenteblad op officiëlebekendmakingen.nl leest u hoe u dat doet.
Vragen?
Stel ze gerust via enci.gebied [at] maastricht.nl (enci[dot]gebied[at]maastricht[dot]nl).